Locatie: De Leijhoeve, zaal ‘café Hendriks’
Thema: ‘Delier, het zal je maar overkomen’
Aanwezig: 25 mensen
Sprekers: Karin van der Aa (verpleegkundig specialist Geriatrie), Frank van de Ven (i.c.-verpleegkundige), 2 ervaringsdeskundigen.

Opening

Frank van de Ven (avondvoorzitter en lid werkgroep ICafé-ETZ) heet iedereen van harte welkom en in het bijzonder de mensen die hier voor het eerst zijn. Vervolgens licht hij het avondprogramma nader toe waarbij we stil willen staan bij wat patiënten en familie/vrienden rondom de patiënt doormaken wanneer zij te maken krijgen met een delier.

Als eerste nodigt hij mw. Karin van der Aa uit. Karin is verpleegkundig specialist op de geriatrische afdeling van het ziekenhuis. Daarna vertelt Frank vanuit zijn eigen ervaringen als IC-verpleegkundige op de IC hoe patiënten met een delier begeleid worden. De avond wordt afgesloten met een interview met een ex- IC-patiënt en zijn echtgenote die te maken hebben gehad met een delier op de I.C.

Een delier bij geriatrische patiënten: “Er stroomt allemaal water langs de muur…?” (door Karin)

Karin opent haar verhaal met twee uitspraken van patiënten die een delier hebben meegemaakt, en die onmiddellijk veel herkenning opleveren bij de mensen in de zaal:

  • “Ik zie daar wel een klok hangen, maar de tijd loopt niet gelijk…?”
  • “Er stroomt allemaal water langs de muur…?”

Een delier lijkt onschuldig (‘patiënt is even in de war…’) maar dat is geenszins het geval. Een delier is een ernstige ziekte. Je brein slaat op hol, gaat met je op de loop. Ten grondslag aan een delier ligt een onderliggende ziekte. Die moet zo spoedig mogelijk opgespoord worden. Als die ziekte wordt behandeld lost het delier vanzelf langzaam op, afhankelijk van de ernst van de onderliggende ziekte.

7 van de 10 geriatrische patiënten op de i.c. maken een delier door. Ook al ontstaat een delier vaak acuut, het bewustzijns- en aandachtniveau kan sterk wisselen op de dag. Patiënt kan niet of moeilijk dingen onthouden, er kan ook sprake zijn van hallucinaties. Karin benoemt een aantal risicofactoren en staat zo nader stil bij de kwetsbaarheid van oudere patiënt.

Wat ziet de familie:

  • Dat een normaal gesprek niet (meer) mogelijk is
  • Dat de patiënt door je heen lijkt te kijken
  • Dat de patiënt plukkerig is, en snel afgeleid
  • Dat de patiënt onrustig / angstig is
  • Dat boosheid en vrijpostigheid ineens de kop kan opsteken.

De ernst en duur van een delier is niet te voorspellen. Bij langere I.C.-opnames van kwetsbare ouderen nemen de complicaties vaak toe. Behandeling van de delier vindt plaats door:

  • De onderliggende ziekte te behandelen
  • Medicatie tegen onrust / angst
  • Uitleggen wat er met de patiënt gebeurt, structuur bieden, oriëntatie bevorderen

Wanneer het delier voorbij is moet er aandacht zijn voor het feit dat:

  • Patiënt geen of levendige of flarden van herinneringen heeft overgehouden aan de delier
  • Patiënt angstig is
  • Patiënt zich schaamt
  • Concentratie- en geheugenproblemen kan overhouden.

Voor de toekomst is het van belang dat over al deze aspecten gesproken wordt en dat bij een volgende opname gemeld wordt dat patiënt bij een eerdere opname een delier heeft meegemaakt. Het risico op een delier is nl. bij een volgende opname altijd iets groter.

Hoe gaan we om met een delier op de I.C. (door Frank)

Frank laat eerst een filmpje zien over wat mensen tijdens en achteraf kunnen meemaken bij een delier op een I.C. Dit filmpje roept de nodige herkenning op.

Omdat het bovenstaande verhaal van Karin al veel dekt over het onderwerp wil Frank niet in herhaling vallen. Hij benadrukt het specifieke karakter van een I.C.-bed. Patiënten liggen in een IC-bed met de nodige drains, sondes, blaaskatheder, picc-lijn, beademingsbuis, enz. Twee gevaren liggen op de loer wanneer een patiënt een delier krijgt, nl.: dat de patiënt ongewild en onbedoeld het bed uitstapt; en/of dat de patiënt alle ingebrachte materialen spontaan verwijderd. In beide gevallen met de nodige schade van dien. Om dit te voorkomen dienen er vrijheid-beperkende maatregelen toegepast te worden.

Vooraf wordt altijd toestemming gevraagd aan de naaste familie. Uitgelegd zal worden dat je bij vrijheid-beperkende maatregelen niet meteen aan fixatie hoeft te denken. Voorkeur gaat uit naar medicatie. Andere vormen kunnen zijn: een verpleegdeken, een rol-onrustband, bokshandschoenen, een tentbed, en tenslotte polsbandjes.

Van belang is om naar de patiënt goed te blijven communiceren voor zover dat mogelijk is, en hem/haar uit te leggen dat deze maatregelen bedoeld zijn voor de eigen veiligheid. Ook met de naaste familie het verloop blijven evalueren.

Ervaringsverhaal van ex-patiënt Adriaan en echtgenote Liesbeth[1]: “…”

Frank interviewt Adriaan en Liesbeth. Adriaan vertelt dat hij op de IC terecht is gekomen vanwege een gesprongen gezwel in zijn keel en een agressief woekerende levensbedreigende bacterie. Hij heeft 5 weken in coma gelegen. Ondertussen is hij ook nog op en neer geweest naar Nijmegen omdat een speciaal antibioticaspectrum-behandeling ingezet moest worden bij deze moeilijk te onderdrukken bacterie. Van dit retour naar Nijmegen weet Adriaan niets. Tijdens de opname kreeg Adriaan ook te maken met een delier. Hij lag vastgebonden aan polsbandjes…. Toch was het hem gelukt om de beademingstube eruit te trekken.

Voor echtgenote Liesbeth was het soms heel moeilijk om haar man gefixeerd te zien liggen, m.n. wanneer vanuit de IC slechte cijfers/waarden werden gemeten. Er werd dan een nodig traantje weggepinkt. Een voordeel was wel dat haar man over het algemeen de fixatie gelaten onderging, er was amper opstandigheid. Om het delier zelf hebben ze achteraf goed kunnen lachen; vooral om ‘de paarden’ die regelmatig voorbij kwamen.

Adriaan herinnert vele dromen, vooral ook mooie dromen, maar in alle dromen kreeg hij wel het gevoel ‘dat hij niet weg kon’. Eén maal is hij bang geweest, zijn vrouw is toen 1 nacht blijven slapen. Daarna was het weer goed.

Frank geeft vervolgens aan dat patiënten en familie op een I.C. vaak niet goed geïnformeerd worden over een (mogelijk) delier. Dat patiënten aangeven dat ze veel geroepen hebben en geen hulp of uitleg ontvingen. Voor naaste familieleden kan het schokkend zijn om hun naaste gefixeerd te zien. Dat familie bv. geen knuffel durft te geven, en dat tegelijk de patiënt daar wel behoefte aan heeft… Als familie er is kan eventueel overwogen worden om bv. de polsbandjes losser te maken. Van belang is dat familie goed geïnformeerd wordt, en dat familie bv. aangeraden wordt om foto’s te maken of een dagboek te schrijven van het verloop van de IC-opname. Op de vraag van Frank bevestigt Adriaan dat naar zijn gevoel achteraf een dagboek en/of foto’s zeker een positieve bijdrage kunnen leveren aan het herstel. Bij hem is dat helaas niet gebeurd, maar hij heeft er ook geen schade van ondervonden. Voor hem persoonlijk geldt dat hij nooit meer ‘de oude’ zal worden, maar ook dat hij geen last heeft van een p.t.s.s. of andere narigheden. Adriaan beseft wat voor ernstige impact de IC-opname voor de naasten is geweest; en dat hij blij is dat hij het allemaal kan navertellen en het er goed van af gebracht heeft. Toen Adriaan uit zijn coma en zijn delier kwam is hij zeer goed opgevangen door het IC-personeel. Tijdens het beter-worden lag vooral ook de nadruk op ‘vooruit kijken’, op je toekomst. “En daar heb ik me ook aan op kunnen trekken, want er lag weer genoeg werk op me te wachten”.

Afsluiting

De avondvoorzitter dankt in het bijzonder de sprekers van vanavond. Een klein presentje wordt hen overhandigd.

De ervaringsdeskundige van vanavond was een bezoeker van het ICafé. Bezoekers van het ICafé worden uitdrukkelijk uitgenodigd om n.a.v. het thema van de avond hun verhaal te delen. Als u dat wilt doen, spreek dan één van de mensen aan met een badge, zij zijn van de organisatie. Het ICafé is tenslotte van en voor de bezoekers.

De volgende ICafé-ontmoeting is op 17 juni a.s. Thema: ‘PICS-F’.

Op 18 mei is er een landelijke lotgenoten dag van ex-IC-patiënten. Nadere berichtgeving volgt hier nog over.

Tenslotte wordt nog gewezen op het logboek wat achter in de zaal ligt en waar u uw persoonlijke vragen of opmerkingen in kwijt kunt. Ook liggen er evaluatieformulieren met de vraag of u die wilt invullen, of als het u beter uitkomt, dat u ze mee naar huis neemt en een andere keer mee inlevert. Voor nu bent u uitgenodigd om nog met de mensen om u heen, of wie u ook wil, over het thema door te praten. Rond halftien gaan we weer naar huis. Voor straks wel thuis en graag tot een volgende keer.

[1] Gefingeerde namen

Back To Top