Reanimeren is het opnieuw op gang proberen te brengen van de bloedsomloop als het hart door bijvoorbeeld een ernstige ritmestoornis of en zwaar hartinfarct niet meer in staat is bloed door het lichaam te pompen.

Het reanimatieteam in het ziekenhuis staat altijd paraat en wordt direct opgepiept als een patiënt gereanimeerd moet worden als een patiënt nog op de afdeling ligt. Een reanimatie op de IC wordt door het IC-team uitgevoerd. Als het hart geen bloed door het lichaam pompt, moet er hartmassage worden gegeven om het bloed weer rond te laten pompen en het hart weer op gang te krijgen. Doel daarvan is om de hersenen en weefsels zo kort mogelijk zonder zuurstof te laten. Hartmassage kan zowel met de hand als met een apparaat worden gegeven. De patiënt wordt geïntubeerd met een beademingsbuis en daardoor beademd, eerst met een ballon, later met een beademingsapparaat. Met medicatie wordt geprobeerd het hart weer op gang te krijgen. Als iemand ventrikelfibrileren heeft, een ernstige hartritmestoornis waardoor het hart niet meer in staat is zich samen te trekken, wordt geprobeerd om met elektrische schokken het hart weer in het normale ritme te krijgen. Dit wordt gedaan met een defibrilleerapparaat en heet defibrilleren of “klappen”. Tijdens de reanimatie wordt ook onderzocht of de oorzaak van het hartprobleem achterhaald kan worden, zodat die oorzaak behandeld kan worden.

Back To Top