Er zijn verschillende aandoeningen van de hersenen en het zenuwstelsel waarvoor opname op de intensive care nodig kan zijn.

Subarachnoïdale bloeding (SAB)

Subarachnoïdale bloedingen zijn bloedingen in of rond de hersenen onder één van de hersenvliezen: het spinnenwebvlies of het arachnoïdea. In Nederland komt dit jaarlijks bij ongeveer 1.500 patiënten voor.

Het gaat daarbij om relatief jonge patiënten, waarbij vrouwen aanzienlijk vaker worden getroffen dan mannen.

Oorzaak

Meestal treden subarachnoïdale bloedingen op vanuit een vaatverwijding (aneurysma) van een van de slagaders in de schedel die de hersenen van bloed voorzien. De oorzaak van een spontane SAB is in 85% van de gevallen een gescheurd (geruptureerd) aneurysma. Een subarachnoïdale bloeding kan ook uit een afwijkende kluwen bloedvaten, een zogenaamde arterioveneuze malformatie (AVM).

Vroeger dacht men dat aneurysmata aangeboren waren, maar nu weten we dat deze zwakke plekken in de vaten in de loop van het leven ontstaan. Risicofactoren voor het ontstaan van deze aneurysmata zijn hypertensie (hoge bloeddruk), roken, polycysteuze nierziekten, meerdere familieleden met een subarachnoïdale bloeding en vaatverkalking.

Symptomen

  • Zeer acute, zeer hevige hoofdpijn.
  • Misselijkheid, braken.
  • Verminderd bewustzijn of bewusteloosheid.
  • Uitvalsverschijnselen.
  • Nekstijfheid (de kin kan niet op de borst worden gelegd)
  • Blazende ademhaling.
  • Soms scheefstand van de mond

Behandeling

In Nederland zijn er een aantal gespecialiseerde neurologische centra waar patiënten met een SAB ten gevolge van een gescheurd aneurysma kunnen worden geopereerd.

Behandelmethoden zijn het “coilen” en het “clippen”.

Bij coilen wordt het gescheurde aneurysma dichtgemaakt door middel van platina spiraaltjes. Hierbij wordt een vaatkatheter (slangetje) in de liesslagader ingebracht en onder doorlichting naar het begin van het aneurysma geschoven. Via deze katheter worden de spiraaltjes in het aneurysma gebracht. De spiraaltje krullen in het aneurysma op en vullen de holte van het aneurysma geheel. Hierdoor wordt het aneurysma helemaal gesloten van de bloedaanvoer en kan niet meer opnieuw gaan bloeden.

Coilen heeft de voorkeur boven het uitschakelen van het aneurysma door clipping’. Voor clippen is een operatie nodig waarbij een luikje in het schedeldak wordt gemaakt. Door dit luikje heen kan het aneurysma rechtstreeks met een klemmetje worden afgesloten. Behandeling van het aneurysma dient om een nieuwe bloeding uit hetzelfde aneurysma, een zogenaamde ‘rebleed’, te voorkomen, maar kan de schade die is ontstaan door de bloeding niet herstellen. Het risico van een rebleed is vooral de eerste dagen na de bloeding groot. Behandeling van een subarachoïdale bloeding vindt bij voorkeur plaats in een gespecialiseerd neurologisch centrum.

Ongeveer een derde deel van de patiënten met een SAB overlijdt, een derde deel houdt blijvende schade over en een derde deel van de SAB-patiënten zal geheel kunnen herstellen. De patiënt wordt na de coiling of clipping een tijd op de intensive care opgenomen. Op lange termijn kunnen patiënten verlammingen of spraakstoornissen overhouden als gevolg van de bloeding of door later ontstane vaatkrampen. Sommige patiënten houden hoofdpijnklachten en kunnen er (lichte) geheugen- en concentratiestoornis en een verandering van karakter aan overhouden.

Hersentumoren

Elk jaar wordt er bij 1.000 tot 1.500 mensen in Nederland de diagnose van een kwaadaardige primaire hersentumor gesteld.

Hersentumoren worden verdeeld in:

  • primaire tumoren: de tumor ontstaat in het hersenweefsel zelf
  • secundaire tumoren: uitzaaiingen of metastasen van een kwaadaardig gezwel elders in het lichaam.
  • De hypofyse is een klein kliertje ter grootte van een erwt dat zich aan de onderkant van de hersenen bevindt. Het produceert veel belangrijke hormonen. Hypofysetumoren zijn meestal goedaardig en ontstaan in een holte in de schedelbasis. Ze kunnen verwijderd worden via een operatie door de neus.

Deze patiënten worden doorgaans niet op de IC opgenomen tenzij er een complicatie optreedt tijdens of na de operatie.

Symptomen

Door het groeien van de tumor ontstaat er een verhoogde druk in de schedel (intracraniële druk) en dat veroorzaakt hoofdpijn, die eerst af en toe aanwezig is, maar later erger wordt en er de hele tijd is. Op momenten van drukverhoging, zoals bij hoesten, niezen en persen verergeren de klachten. Soms is een epileptische aanval (insult) het eerste symptoom van een hersentumor.

Wanneer de tumor groeit, kunnen er afhankelijk van de plaats van de tumor, meer verschijnselen optreden. Dit komt omdat de tumor het omliggende hersenweefsel beschadigt. Klachten kunnen zijn: krachtverlies in arm of been, minder goed zien, duizeligheid en problemen met het evenwicht. Daarnaast kunnen er problemen optreden met zien en horen, praten en slikken. Ook gedragsveranderingen en verwardheid kunnen optreden bij een hersentumor.

Behandeling

De meeste hersentumoren worden operatief verwijderd. Als de tumor aan de buitenzijde van de hersenen ligt, kan de tumor vaak in zijn geheel verwijderd worden. Maar soms is de tumor moeilijk bereikbaar of ligt het te dicht bij belangrijke structuren en kan de tumor niet (in zijn geheel) worden verwijderd.

Sommige tumoren kunnen ook met medicatie of met bestraling behandeld worden. Operaties voor hersentumoren vinden in gespecialiseerde centra plaats. Na de operatie wordt de patiënt (meestal kort) op de intensive care opgenomen.

Meningitis of hersenvliesontsteking

Per jaar krijgen tussen de 4-6 per 100.000 inwoners een bacteriële meningitis, ofwel hersenvliesontsteking. Er zijn drie hersenvliezen, van binnen naar buiten: het zachte hersenvlies dit ligt direct om de hersenen, het spinnenwebvlies (arachnoidea) en het harde hersenvlies. De hersenvliezen dienen ter bescherming van de hersenen. Bij meningitis zijn zowel het spinnenwebvlies (arachnoïdea) als het hersenvocht (liquor) in de vochtruimte tussen spinnenwebvlies en hersenen ontstoken.

Door introductie van nieuwe vaccins, zoals voor de meningokok C, is het aantal gevallen van bacteriële meningitis de laatste jaren gedaald. De recente opkomst van  de meningokok type W in ons land maakt duidelijk dat meningitis een zeer ernstige ziekte is, met een aanzienlijke kans op overlijden of op blijvende schade.

Oorzaak

Hersenvliesontsteking wordt meestal veroorzaakt door een bacterie, maar kan ook door een virus veroorzaakt worden. Bacteriële hersenvliesontsteking verloopt vaak ernstiger dan een virale en heeft een grote kans op blijvende schade en op overlijden. De meeste hersenvliesontstekingen ontstaan buiten het ziekenhuis, maar het kan ook ontstaan na een operatie aan het hoofd, de rug of na een ongeluk waarbij een schedelbasis fractuur is opgelopen. Er ontstaat dan een verbinding tussen “buiten” en de hersenvliezen en hersenvocht, waardoor bacteriën naar binnen kunnen komen en een ontsteking kunnen veroorzaken.

Symptomen

Hoge koorts, toenemende hoofdpijn, nekstijfheid en verwardheid zijn belangrijke symptomen. Nekstijfheid, waarbij de kin niet op de borst gebracht kan worden, is typerend voor meningitis. De ziekte begint vaak als een griep, een oorontsteking of verkoudheid die echter niet binnen een paar dagen beter wordt. Meningitis is niet altijd gemakkelijk te herkennen, omdat de nekstijfheid soms ontbreekt of de ziekte soms langzaam begint. Ook kunnen er epileptische aanvallen optreden en kunnen er herseninfarcten of uitval van zenuwen ontstaan, met doofheid, niet goed kunnen zien of praten en verlammingsverschijnselen kunnen ontstaan. Sommige vormen van bacteriële meningitis kunnen overgaan in een sepsis, waarbij de patiënt nog zieker wordt en waarbij puntvormige, niet wegdrukbare bloedinkjes in de huid kunnen ontstaan. De meningokokken bacterie is daar een gevreesd voorbeeld van. Er is dan een verlaagd bewustzijn en er kan orgaanfalen ontstaan met een grote kans op een snel overlijden. Bij hen die overleven kan er grote schade aan de ledematen, vingers en tenen ontstaan en kan er andere blijvende restschade optreden.

Diagnose

De diagnose wordt gesteld op basis van de anamnese, waarbij nekstijfheid een alarmsignaal is. Door middel van een lumbaalpunctie wordt hersenvocht afgenomen. Bij een lumbaalpunctie wordt tussen de ruggenwervels door met een naald hersenvocht afgenomen. Bij meningitis zijn er ontstekingscellen en bacteriën in het hersenvocht waardoor dit troebel wordt. Door het kweken van het hersenvocht kan bepaald worden wat de veroorzaker van de meningitis is. Dat is belangrijk om zo gericht mogelijk de juiste antibiotica te kunnen geven. Soms is het niet mogelijk om een lumbaal punctie te doen, bijvoorbeeld bij het gebruik van bloedverdunners. Dan worden er meerdere antibiotica toegediend.

Behandeling

Meningitis is een ernstige ziekte waarbij zo snel mogelijk gestart moet worden met antibiotica. Patiënten die naast de meningitis ook tekenen van een sepsis dan wel een ernstig verlaagd bewustzijn hebben, worden op de intensive care opgenomen. Daar worden de falende orgaansystemen verder ondersteund met bijvoorbeeld beademing, dialyse of medicatie.

Behandeling van epileptische aanvallen en ondersteuning van de ademhaling bij uitputten en het ingrijpen bij verslikken zijn ook redenen voor IC-opname.

Prognose

Als een hersenvliesontsteking niet behandeld wordt is de sterftekans 100%. Daarom is het snel stellen van de diagnose en het snel starten met de antibioticabehandeling zeer belangrijk.

Een deel van de patiënten zal langdurig klachten overhouden: verminderd geheugen, problemen met zien, horen, lopen en concentratiestoornissen.

Besmettelijk

Veel bacteriesoorten die meningitis veroorzaken komen vaak voor in de mond-neus- en keelholte en worden via druppeltjes naar anderen overgedragen. Meestal blijft het hierna bij een verkoudheid. Maar door nog onopgehelderde redenen kan iemand een meningitis krijgen. Wanneer iemand buiten het ziekenhuis een meningitis heeft opgelopen, wordt hij voor de zekerheid 24 uur in quarantaine verpleegd. Na 24 uur antibioticatoediening zijn alle besmettelijke bacteriën dood en kan de isolatie gestopt worden.

Wanneer de hersenvliesontsteking wordt veroorzaakt door de meningokok kan het zijn dat ook andere mensen besmet zijn. Daarom krijgen degenen die in de week voorafgaande aan het optreden van de meningitis bij de patiënt nauw contact met hem hadden, een antibioticumkuur voorgeschreven. Onder nauw contact wordt verstaan: wonen in het zelfde huis of een of meerdere dagen ten minste vier uur intensief contact, zoals in dezelfde ruimte zijn.

Het Guillain-Barré syndroom

Het Guillain-Barré syndroom (GBS) is een acute neurologische ziekte die meestal na een ‘gewone’ infectie van de bovenste luchtwegen of diarree ontstaat. GBS komt zowel bij mannen als vrouwen voor en op alle leeftijden, ook bij kinderen. De ziekte komt in Nederland jaarlijks bij twee- tot driehonderd mensen voor. In 2013 werden 86 patiënten met Guillain Barré op de IC opgenomen.

Symptomen

GBS openbaart zich door snel progressief opstijgende, symmetrische spierzwakte. Deze begint meestal in de benen en breidt zich uit naar de armen, vaak ook naar de gelaatsspieren, de oogspieren en zelfs de ademhalingsspieren. De ziekte gaat gepaard met gevoelsstoornissen en pijn. Bij de ernstigste vorm treedt er een volledige verlamming op. De ademhalingspieren vallen dan helemaal uit, waardoor de patiënt aan de beademing moet worden gelegd. Beademingsbehoefte komt bij ongeveer 25 % van de patiënten voor. Daarnaast kunnen er problemen zijn met het hartritme en bloeddruk.

Guillan Barré kent drie fasen:

  1. Het optreden van de uitval van de zenuwfuncties met stoornissen in gevoel en spierkracht
  2. Een stabiele periode: er komen geen problemen bij, maar de situatie verbetert ook niet
  3. De herstelfase.

Alle drie de fasen kunnen lang duren. Dat betekent dat de periode vanaf de eerste symptomen tot het einde van de revalidatie een paar weken tot 2 jaar kan duren.

Diagnose

De diagnose wordt gesteld op het klinische beeld en de anamnese (het verhaal dat de patiënt vertelt over de klachten). Onderzoek van hersenvocht en neurologisch onderzoek van de spieren kunnen de diagnose bevestigen.

Behandeling

Voor Guillain Barré is er geen behandeling om te genezen zoals antibiotica bij infectieziekten. Bij ernstige vormen worden via het infuus antistoffen toegediend, waarmee de achteruitgang kan worden geremd. Behandeling bestaat voornamelijk uit het ondersteunen en het zo nodig overnemen van de lichaamsfuncties die uit vallen. Bijvoorbeeld van de ademhaling, het hoesten en slikken en het bewegen van de armen en benen. Niet alleen de patiënt, maar zeker ook de naasten, krijgen in de alle fasen van de ziekte begeleiding om met deze ziekte om te gaan.

Prognose

De zenuwuitval, de gevoelsstoornissen en pijn kunnen volledig herstellen. Maar het kan ook zijn dat een deel van de klachten blijven bestaan. Het is van te voren niet aan te geven welke patiënten geheel zullen herstellen en wie niet. Het herstel kan lang duren, van enkele weken tot maanden of jaren. Bijkomend probleem van patiënten met GBS die lang op de IC liggen is het optreden van het Post Intensive Care Syndroom. Dit kan ook optreden bij naasten.

Neurotrauma

Een neurotrauma is een hersenbeschadiging ten gevolge van een kracht tegen het hoofd. Dit kan optreden na bijvoorbeeld een verkeersongeluk, een val op het hoofd, een klap op het hoofd, of een zwaar voorwerp dat het op hoofd valt. Een neurotrauma kan ook in het ruggenmerg plaatsvinden, of in een combinatie van hersenen en ruggenmerg. Patiënten met een neurotrauma vormen één van de jongste patiëntengroepen op de intensive care.

Er zijn verschillende soorten neurotrauma, die soms tegelijkertijd kunnen optreden:

  • Hersenschudding (commotio cerebri).
    Dit is een milde vorm van neurotrauma. Kort na het ongeluk zijn mensen suf, hebben geen herinnering wat er gebeurd is en zijn even niet aanspreekbaar. Klachten bij een commotio kunnen zijn: hoofdpijn, misselijk, braken en duizeligheid. Bij neurologisch onderzoek zijn er geen tekenen van hersenschade, ook niet op de CT-scan of MRI.
  • Hersenkneuzing (contusio cerebri).
    Bij een hersenkneuzing is er beschadiging opgetreden van hersenweefsel, met kleine bloedinkje en schade aan de zenuwuitlopers, de axonen, die de informatie tussen de hersencellen overbrengen. Het heeft ook wel diffuse axonale schade (DAI). Hersenkneuzingen kunnen afhankelijk van het ongeval in alle delen van de hersenen voorkomen. Een kneuzing van het voorste deel van de hersenen kan karakterveranderingen en onrust veroorzaken. Een kneuzing van de hersenstam kan een verlaagd bewustzijn, sufheid of coma geven.
  • Hersenbloeding
    Door het trauma is er een bloeding in het hersenweefsel ontstaan. Dit is goed te zien op een CT-scan. Ook hier zijn de symptomen afhankelijk van de plek waar de bloeding zich bevindt.
  • Herseninfarct
    Bij een herseninfarct is er door zuurstoftekort hersenschade ontstaan. Zuurstoftekort kan optreden doordat een bloedvat in de hersenen beschadigd wordt, het achterliggende deel krijgt dan geen zuurstoftoevoer meer via het bloed. Het kan ook optreden door een bloeding of zwelling in een ander deel van de hersenen, waardoor bloedvaten in het niet aangedane deel dichtgedrukt . Hierdoor ontstaat ook een gebrek aan zuurstof in dat deel van de hersenen. Klachten en symptomen hangen af van de plek waar het herseninfarct zich bevindt. Een herseninfarct is goed zichtbaar op de CT, maar de afwijkingen worden pas na enkele uren zichtbaar.
  • Epiduraal hematoom (hematoom= bloeding)
    Er zijn drie hersenvliezen, van binnen naar buiten: het zachte hersenvlies (pia mater, ligt direct om de hersenen), het spinnenwebvlies (arachnoidea) en het harde hersenvlies (dura mater). De hersenvliezen dienen ter bescherming van de hersenen.
    Bij een epiduraal hematoom ligt de bloeding tussen het schedelbot en het harde hersenvlies, de dura mater. Het ontstaat door dat een bloedvat tussen de hersenvliezen beschadigd is. Klachten en symptomen zijn afhankelijk van de plek waar het epidurale hematoom zich bevindt, maar deze hoeven niet direct op te vallen. Wanneer een beschadigd bloedvat sijpelt, kan het even duren voordat het hematoom klachten veroorzaakt. Een epiduraal hematoom is goed te zien op een CT scan.
  • Traumatische subarachnoïdale bloeding.
    Hierbij wordt de bloeding veroorzaakt door het hersentrauma. Lees verder bij: subarachnoïdale bloeding.

De ernst van een neurotrauma wordt zo snel mogelijk in kaart gebracht, in de ambulance en in het ziekenhuis. Hersenletsel wordt ingedeeld in drie categoriën: mild, matig en ernstig.

Hierbij wordt gebruik gemaakt van de Glasgow Coma Scale, waarbij de patiënt “gescored” wordt op

  1. Ogen openen (hoe wakker is de patiënt, hoe vlot worden de ogen geopend)
  2. Motoriek (mogelijkheid om te bewegen)
  3. Verbale reacties (spraak)

De Glasgow Coma Scale wordt ook wel EMV genoemd: Eye opening, best Motor response, best Verbal response.

Bij een mild trauma ligt de EMV tussen 13 en 15, de prognose is hier over het algemeen goed; bij een matig ernstig hersentrauma tussen 9 en 12. Bij een ernstig neurotrauma is de score kleiner dan 8, de prognose ziet er vaak slechter uit. Zeer ernstig letsel kan coma of overlijden tot gevolg hebben.

Bijkomende problemen

Bij een hersentrauma is er vaak meer schade dan aan de hersenen alleen. Daardoor is het in het begin moeilijk aan te geven hoe het beloop zal zijn en of en hoe de patiënt kan herstellen. Vaak is er niet alleen een trauma van de hersenen, maar is er bijkomend letsel aan bijvoorbeeld botten, longen of in de buik en er kunnen wonden en bloedingen zijn. Dit kan een breed scala aan problemen geven, zoals shock bij ernstig bloedverlies waardoor er bijkomend zuurstof tekort in de hersenen kan optreden. Mogelijk zijn er (spoed)operaties voor nodig, waarvoor er narcose gegeven moet worden. Het is dan na de operatie niet goed te beoordelen waardoor de patiënt nog bewusteloos is.

Een bekend bijkomend probleem bij een neurotrauma is het optreden van zwelling in de hersenen als reactie op de schade in de hersenen door het trauma. Deze zwelling is niet direct aanwezig maar kan in de loop van uren of dagen ontstaan. De zwelling kan maken dat het onbeschadigde hersenweefsel opzij wordt gedrukt, zodat ook daar schade optreedt, met bloedingen, epileptische insulten of een herseninfarct tot gevolg. In de uren en dagen na het hersentrauma zal dit duidelijk gaan worden.

Hersenschade kan ook gevolgen hebben voor de bloeddrukregulatie, het hartritme, de ademhaling en de motoriek. Al deze functies worden vanuit de hersenen aangestuurd. De ernst van het neurotrauma, het beloop in de eerste dagen en het wel of niet aanwezig zijn van bijkomend letsel op andere plekken, maakt dat een neurotrauma vooral in de eerste dagen of weken een ongewisse uitkomst heeft. Bij een mild trauma kunnen patiënten (bijna) volledig herstellen, bij matig of ernstig neurotrauma kunnen er (een scala aan) problemen blijven bestaan. De hersenschade kan ook zo ernstig zijn dat de patiënt blijvend in coma blijft of daar dood aan zal gaan.

Behandeling

De behandeling van een neurotrauma op de intensive care bestaat uit drie onderdelen

  1. Operatie
  • Wanneer er een epidurale bloeding of subdurale bloeding is kan er besloten worden deze operatief te verwijderen.
  • Wanneer een ernstige zwelling aan één zijde van de hersenen niet goed reageert op medicijnen om deze zwelling te verminderen, dan kan een deel van het schedelbot worden verwijderd om de druk in de hersenen niet te hoog te laten oplopen. Dit heet een hemicraniëctomie.
  1. Intensieve bewaking om later optredende complicaties snel te kunnen behandelen.
    Patiënten met een ernstig hersenletsel worden in een kunstmatig coma gehouden. Daarvoor worden hoge doseringen slaapmiddel en pijnstillende medicijnen gegeven. Daarnaast worden zo stabiel mogelijke lichaamsfuncties na gestreefd: bloeddruk, hoeveelheid vocht en zouten in het lichaam, bloedsuiker en de hoeveelheid voeding worden zo optimaal mogelijk gereguleerd. De patiënt wordt in de meeste gevallen beademd, om de zuurstofvoorziening in het lichaam zo goed mogelijk te houden.
  1. Voorkomen of beperken van bijkomende schade.
    Het is heel belangrijk om nauwkeurig in de gaten te houden of de druk in het hoofd niet te hoog wordt. Als er als gevolg van het neurotrauma een zwelling optreedt, dan heeft deze door het harde bot van de schedel niet genoeg ruimte. Er treedt een verhoogde druk in de hersenen op. De zwelling drukt daarbij het omliggende, niet beschadigde hersenweefsel tegen het harde bot aan, wat opnieuw schade geeft. Daarom wordt via een drukmeter de druk in de hersenen gemeten (Intra Cranial Pressure, ICP-meter). De IPC-meter wordt door de schedel heen in de hersenen geplaatst. Wanneer de druk te hoog is kunnen er medicijnen worden toegediend om de hersendruk te verlaten. Als dat niet genoeg helpt, kan worden besloten een deel van het schedelbot te verwijderen.

Cerebrovasculair accident (CVA)

Een CVA wordt ook wel beroerte genoemd. Het is een acute aandoening doordat er een plotselinge verstoring van de doorbloeding van de hersenen optreedt.

We verdelen CVA’s in:

Herseninfarcten

Deze ontstaan door een afsluiting van een bloedvat, bijvoorbeeld door een stolsel. Hierdoor krijgt een deel van de hersenen geen zuurstof. Daardoor ontstaan uitvalsverschijnselen, zoals een scheve mond of verlamde arm. Een herseninfarct kan plotseling ontstaan. Als de bloedtoevoer zich herstelt door een snelle behandeling in het ziekenhuis met medicatie die het stolsel oplost kunnen de uitvalsverschijnselen (deels) weer verdwijnen. Bij te late behandeling of bij een groot herseninfarct is de kans op herstel veel kleiner.

Hersenbloedingen

Bij een hersenbloeding scheurt een bloedvat in de hersenen. Het bloed uit de vaten komt in de hersenen terecht en veroorzaakt schade aan het omliggende hersenweefsel. Een langdurig hoge bloeddruk is vaak de oorzaak van een hersenbloeding. De meest voorkomende symptomen van een hersenbloeding zijn verlammingen in het gezicht, zoals een scheve mond, maar ook verward spreken en denken, verlammingen of tintelingen aan arm of been en verlies van gezichtsvermogen. Het is van belang dat er zo snel mogelijk behandeld wordt. Hoe langer de hersenbloeding duurt, hoe meer hersenweefsel beschadigd raakt.

Waarschijnlijk krijgen in Nederland ongeveer 40.000 mensen per jaar een CVA.

Symptomen

De symptomen van een nieuw CVA kunnen zeer uiteenlopen, afhankelijk van de plaats en grootte van het gebied in de hersenen dat is aangedaan. Veel voorkomende problemen zijn:

  • verlamming van één helft van het lichaam
  • problemen met het zien en/of
  • problemen met de spraak. Dat kan een probleem zijn
    • met spraak- en begripsproblemen door aantasting van het taalgevoel, dit heet afasie.
    • door uitval van de mond- en keelspieren, dit heet dysartrhie.
  • Problemen met geheugen en concentratie, epileptische aanvallen of duizeligheid en een verstoord evenwicht.

Behandeling

Het is belangrijk dat de behandeling voor het CVA zo snel mogelijk gestart wordt, bij voorkeur op  de “stroke unit”, waar de acute opvang plaatsvindt. Bij een herseninfarct is het zaak het stolsel zo snel mogelijk op te lossen, dit heet trombolyse.

Hierna zal de patiënt op de IC worden opgenomen om die ondersteuning van de belangrijke lichaamsfuncties te geven die bij deze patiënt op dit moment nodig is.

Back To Top