‘Intensive care’ is de Engelse benaming voor ‘intensieve behandeling’ en wordt ook wel afgekort als IC. De behandeling op een IC is veel intensiever dan op andere verpleegafdelingen in het ziekenhuis. Op de IC liggen kritiek zieke patiënten bij wie een of meerdere vitale, belangrijke lichaamsfuncties, worden bedreigd zoals de ademhaling, de bloedcirculatie of nierfunctie. IC-patiënten hebben daardoor hoog-technologische, complexe en intensieve zorg nodig. Met medicatie, behandelingen en apparatuur worden de bedreigde lichaamsfuncties bewaakt, ondersteund of overgenomen. Op de IC liggen ook patiënten die na een grote operatie een of meerdere dagen ondersteuning van vitale functies nodig hebben, of intensief moeten worden gecontroleerd.

Op de IC is dag en nacht een gespecialiseerd team aanwezig, bestaande uit intensivisten, IC-verpleegkundigen, IC-artsen, fysiotherapeuten en vele andere zorgverleners. Zij werken nauw samen om de patiënt de meest optimale en gespecialiseerde zorg te bieden.

Op de IC is de intensivist de hoofdbehandelaar. De insturend specialist kan bijvoorbeeld de internist, de chirurg, de cardioloog of de neuroloog zijn. Zij blijven bij de zorg van de patiënt betrokken als medebehandelaar en nemen de medische zorg weer over als de patiënt de IC verlaat.

Elke IC-verpleegkundige zorgt voor één tot maximaal drie patiënten. IC-verpleegkundigen en intensivisten hebben zich jarenlang gespecialiseerd in de intensive care geneeskunde.

Een deel van de patiënten wordt gepland opgenomen na een grote operatie, bijvoorbeeld na een hart- of hersenoperatie. De meerderheid van onze opnames zijn echter niet gepland en kunnen zeer uiteenlopende oorzaken hebben, zoals ernstige infectie, een hartstilstand of levensbedreigende ongevallen.

Op de wat oudere intensive cares liggen vaak meerdere patiënten tegelijk op een zaal. In de nieuwere intensive cares zijn een- of twee persoonskamers de norm. Dit is rustiger voor de patiënt en voor de naaste.

Isolatie

Op elke IC zijn er een aantal isolatiekamers voor patiënten met een besmettelijke ziekte. Door zo’n isolatiekamer kan deze ziekte niet op andere patiënten worden overgedragen. Een isolatiekamer heeft een sluis; een gangetje met een deur naar de kamer van de patiënt en een deur naar de rest van de IC. Deze sluis heeft een onderdruksysteem. Dit voorkomt dat micro-organismen vanuit de isolatiekamer gemakkelijk de IC-afdeling op kunnen. Een isolatiekamer wordt gebruikt voor patiënten die een besmettelijke ziekte hebben die via de lucht of door te hoesten overgedragen kan worden, zoals bij griep. Patiënten die drager zijn van een voor antibiotica resistente bacterie, zoals de MRSA-bacterie, worden ook op een isolatiekamer verpleegd. Andersom kan ook: als een patiënt zo verzwakt is dat hij heel gevoelig is voor infecties, kan hij geïsoleerd worden verpleegd.

Behandeling en onderzoek

IC-behandelingen vinden zoveel mogelijk plaats op de IC-afdeling zelf, zoals beademing, bloedtransfusie, het vervangen van de nierfunctie en andere standaard IC-behandelingen. Niet elke behandeling of onderzoek kan echter op de IC-afdeling zelf plaatsvinden. Operaties gebeuren meestal op de operatiekamer hoewel in noodgevallen ook op de IC kan worden geopereerd. CT-scans en MRI-scans kunnen alleen op de afdeling Radiologie gemaakt worden. Tijdens het transport wordt zoveel mogelijk doorbehandeld, zoals bij beademing; hier wordt een speciale transportkar voor gebruikt met monitor, beademingsapparaat en infuuspompen. Een IC-verpleegkundige en arts gaan met het transport mee. Nierdialyse zal dan tijdelijk worden stopgezet. Een intensivist beoordeelt of de voordelen van behandeling buiten de afdeling opwegen tegen de risico’s van het transport.

Back To Top