Na het verlaten van de intensive care kunnen patiënten problemen ervaren met cognitieve functies. Cognitieve functies zijn processen die betrokken zijn bij het opnemen en verwerken van informatie, zoals het geheugen, aandacht, denksnelheid, organiseren en plannen. Cognitieve problemen komen na een IC-opname zowel voor bij jonge én oude patiënten, ongeacht de voorafgaande conditie en ongeacht de reden van opname. De cognitieve problemen kunnen subtiel of heel duidelijk zijn.

Zo kan iemand moeite hebben met het vinden van woorden en het lastig vinden om namen of een boodschappenlijstje te onthouden. Ook kan iemand met cognitieve problemen snel overweldigd raken door drukte, geluid of licht en snel de draad van een gesprek kwijtraken. Ook het uitvoeren van meerdere taken tegelijk – multitasking – kan problemen opleveren. Doordat er daarnaast ook problemen zijn in de ruimtelijke waarneming, kan deelname aan het verkeer in het begin gevaarlijk zijn. De snelheid van andere weggebruikers wordt bijvoorbeeld verkeerd ingeschat of ingewikkelde verkeerssituaties worden niet juist begrepen.

In het begin van de herstelfase hoeven de cognitieve problemen nog niet goed duidelijk te zijn, de patiënt is dan gefocust op zijn fysieke herstel. Wanneer in een latere fase beroep wordt gedaan op denkprocessen, zoals bij het weer oppakken van het huishouden of bij terugkeer naar werk, kunnen de problemen alsnog aan het licht komen.

De precieze oorzaken van cognitieve problemen zijn niet bekend, maar er zijn verschillende zaken die mee kunnen spelen. Zo kan er tijdens het ziekteproces tijdelijk te weinig zuurstof naar de hersenen zijn gegaan. Ook infecties lijken een verband te houden met cognitieve problemen. Kleine bloedklontertjes in de hersenvaten en ontstekingsstofjes kunnen ook in de hersenen zorgen voor een verminderde doorbloeding van het hersenweefsel met schade tot gevolg. Daarnaast is er een flink verhoogd risico als iemand een delier heeft meegemaakt tijdens de intensive care periode. Delirium wordt steeds meer gezien als een uiting van betrokkenheid van het brein bij het algemene ziek zijn en/of infectie. Op die manier draagt een delirium mogelijk bij aan de cognitieve problemen.

Bij sommige patiënten verdwijnen de problemen in de loop van het eerste jaar na ontslag uit het ziekenhuis; anderen herstellen nooit helemaal volledig. Het is mogelijk dat cognitieve problemen ertoe leiden dat een patiënt niet direct weer aan het werk kan, of niet de balans kan vinden bij het uitvoeren van taken die organisatorisch inzicht en concentratie vereisen.

Het is goed te realiseren dat de problemen met het geheugen, aandacht, concentratie en taal schade is die is opgelopen tijdens de IC-periode. Het is schade die waarschijnlijk niet zal toenemen, en die met geheugentraining mogelijk goed behandeld kan worden. Daar moet nog veel onderzoek naar worden gedaan. Patiënten kunnen baat hebben bij cognitieve (computer)spelletjes, (in het begin) makkelijke kruiswoordpuzzels, sudoku, lezen. Ook hier geldt: use it or loose it. Zo vroeg mogelijke cognitieve revalidatie is belangrijk en kan ook zelf worden opgepakt. Onder Tips bij cognitieve stoornissen vindt u verschillende tips hoe om te gaan met aandachts- en concentratieproblemen en geheugenproblemen. Zie ook de Kruispuntdocumentaire IC Trauma 2 .

Back To Top