Bloedarmoede komt veel voor bij IC-patiënten, bijvoorbeeld door bloedverlies (na een ongeluk) of door beperking van de bloedaanmaak (door een ontsteking). Door bloedtransfusies kan de bloedarmoede opgeheven worden.
Bloed bestaat uit rode en witte bloedcellen, bloedplaatjes en plasma. In rode bloedcellen zit het eiwit hemoglobine (Hb), dat ijzer bevat. Het ijzer in het hemoglobine geeft bloed zijn rode kleur. Hemoglobine bindt zuurstof (O2)en koolzuurstof of koolstofdioxide (CO2) aan zich. Zo wordt door het bloed zuurstof naar alle organen en weefsels gebracht en CO2 afgevoerd, waardoor de weefsels goed kunnen functioneren. Witte bloedcellen zijn betrokken bij het afweersysteem en infecties, bloedplaatjes zijn nodig om het bloed te kunnen laten stollen. Als je uit bloed alle cellen verwijdert, blijft er plasma over, een stro-gele vloeistof. Daarin zijn verschillende stofjes opgelost (zie bij plasmaferese). Bij een transfusie gaat het meestal om het toedienen van rode bloedcellen. Het toedienen van witte bloedcellen gebeurt nauwelijks omdat deze cellen een korte levensduur hebben. Bloedplaatjes kunnen wel met een transfusie gegeven worden. Voordat tot bloedtransfusie wordt overgegaan, wordt eerst onderzocht welke bloedgroep de patiënt heeft. Dit is nodig om ‘passend’ bloed te kunnen geven.
Iedereen heeft afweerstoffen in zijn bloed tegen bloedcellen van anderen, waarvan de rhesusfactor de bekendste is. Er wordt in het laboratorium altijd gezocht naar donorbloed dat zo veel mogelijk matcht met het bloed van de patiënt. Het bloed wordt toegediend via een infuus. Tijdens de transfusie wordt voortdurend de bloeddruk, de hartslag, de ademhaling en de temperatuur in de gaten gehouden.
Iedereen heeft afweerstoffen in zijn bloed tegen bloedcellen van anderen, waarvan de rhesusfactor de bekendste is. Er wordt in het laboratorium altijd gezocht naar donorbloed dat zo veel mogelijk matcht met het bloed van de patiënt. Het bloed wordt toegediend via een infuus. Tijdens de transfusie wordt voortdurend de bloeddruk, de hartslag, de ademhaling en de temperatuur in de gaten gehouden.
Jaarlijks krijgen zo’n 250.000 Nederlanders een bloedtransfusie. Het is een relatief veilige behandeling. Af en toe treedt er een allergische reactie op bij de patiënt (koorts, rillingen, jeuk, rode huid). Dit kan met medicijnen behandeld worden.