Soms moet een drain ingebracht worden, dit heet een drainage. Er wordt dan onder verdoving een afvoerslang(etje) ingebracht om vocht, lucht, bloed of pus naar buiten te leiden.
Als er bijvoorbeeld door een verwonding of als complicatie van beademing een long is samengeklapt (pneumothorax) wordt er in de borstholte een thoraxdrain ingebracht. Op deze drain staat een vacuüm, oftewel zuigkracht, waardoor er niet opnieuw lucht in de borstholte komt die de long samendrukt. Bij een bloeding in bijvoorbeeld de buikholte kan ook een drain gebruikt worden om het bloed af te voeren.