Pijnbehandeling is een essentieel onderdeel van IC-zorg. IC-patiënten kunnen tijdens hun opname niet altijd aangeven óf ze pijn hebben, waar ze pijn hebben en in welke mate de pijn aanwezig is. Bij wakkere patiënten kan de verpleging door middel van pijnvragenlijsten en pijnscores meer duidelijkheid verkrijgen over de pijnscore van de patiënt. Met dit pijnscore-hulpmiddel kunnen patiënten aangeven of ze geen (0) of onhoudbare pijn (10) ervaren.
Nadat pijnmedicatie is toegediend, wordt op een later tijdstip opnieuw via dit hulpmiddel gevraagd wat voor score iemand de eigen pijn geeft. Als die niet zakt, wordt de pijnmedicatie bijgesteld totdat de gewenste pijnvermindering is bereikt.
De meeste patiënten op de IC-afdeling zijn echter gesedeerd, zodat eventuele pijn op een andere manier gemeten moet worden. Dit kan door middel van bijvoorbeeld de CPOT (Critical Care Observation Tool). Pijn kan daarnaast worden herkend aan de hand van gezichtsuitdrukkingen, beweging van het lichaam, spierspanning en acceptatie van beademing wanneer de patiënt wordt beademd. Een belangrijk verschil voor de behandeling van pijn is de vraag of het acute, plotselinge pijn is of langdurig aanwezig chronische pijn.
In de behandeling van pijn wordt soms morfine gebruikt maar er kunnen ook andere pijnstillers worden toegepast.