Bij een opname op de intensive care is het belangrijk dat jouw patiëntgegevens nauwkeurig worden vastgelegd. Bij een acute opname worden deze gegevens op een later moment tijdens het opnamegesprek met de IC-verpleegkundige genoteerd. Tijdens dit gesprek wordt ook aandacht besteed aan de naasten. Belangrijke patiëntgegevens worden verder in de tekst benoemd.

Contactpersoon

Wat is de relatie van de contactpersoon met de patiënt? Hoeveel contactpersonen zijn er? Op welke telefoonnummers is de contactpersoon te bereiken?

Medische informatie (anamnese)

Wat is bekend over de medische voorgeschiedenis van de patiënt: eerdere en huidige ziektebeelden, medicijngebruik en bij welke artsen de patiënt onder behandeling is of is geweest.

Allergisch

Is het bekend dat de patiënt allergieën heeft? Het komt nogal eens voor dat iemand allergisch is voor morfine, antibiotica, jodium of bruine pleisters.

Slapen, eten en ontlasting

Hoe is het slaappatroon van de patiënt thuis? Eet de patiënt thuis normaal? Is de ontlasting normaal?

Verslaving

Bij verslaving aan roken, drank of drugs wordt er soms bepaalde medicatie gegeven om de ontwenning tegen te gaan. In het ziekenhuis worden natuurlijk geen verslavende stoffen verstrekt, maar de onrust van ontwenningsverschijnselen is niet bevorderlijk op de IC. Aan rokers worden wel eens nicotinepleisters gegeven om de ontwenning tegen te gaan; bij alcohol en bepaalde drugs wordt soms ook medicatie gegeven om de ontwenning te onderdrukken.

Medicatie

De medicijnen die normaal gesproken thuis gebruikt worden, worden tijdens een intensive care-opname via de ziekenhuisapotheek verstrekt. De intensivist bepaalt of de thuismedicatie ook tijdens de opname gegeven kan worden. Daarbij wordt er gelet of bepaalde geneesmiddelen wel tegelijkertijd gegeven kunnen worden en of de dosis moet worden aangepast. Soms is niet bekend welke medicijnen een ic-patiënt thuis gebruikt. Als een patiënt in de regio van het ziekenhuis woont, kan de ziekenhuisapotheker zelf in het computersysteem van de apotheek kijken om te zien welke medicatie iemand gebruikt. Als een patiënt verder van het ziekenhuis woont, neemt de ziekenhuisapotheker telefonisch contact op met diens apotheker.

Bril, contactlenzen, gehoorapparaat, kunstgebit

Contactlenzen worden niet gedragen op de IC. Een bril kan vaak wel gewoon worden gedragen. Als een patiënt wordt beademd gaat het kunstgebit uit. Een gehoorapparaat kan weer in als een patiënt wakker is. Het dragen van een bril en gehoorapparaat is belangrijk zodra de patiënt wakker is: het helpt de patiënt zich te oriënteren in zijn omgeving en dit is belangrijk voor het voorkómen van een delier.

Meer lezen over delier

Activiteiten

Woont de patiënt zelfstandig? Kan die de dagelijkse activiteiten zelfstandig uitvoeren? Gebruikt die hulpmiddelen, zoals een rollator?

Persoonlijke omstandigheden

Wat is de thuissituatie? Heeft de patiënt een partner en/of kinderen? Is die gelovig? Hoe functioneert de patiënt normaal gesproken? Werkt of studeert hij of is hij met pensioen?

Bron 1 & Bron 2

Back To Top