De alvleesklier of pancreas ligt in de linkerbovenhoek van de buik, net onder de ribbenkast, onder en achter de maag in de bocht van het eerste stukje van de dunne darm (duodenum). De lever en galblaas liggen aan de rechterzijde van de bovenbuik.
De alvleesklier heeft 2 belangrijke functies:
- De productie van spijsverteringsenzymen. Deze enzymen zitten in het pancreassap dat door de alvleesklier geproduceerd wordt. Het pancreassap wordt via kleine afvoerbuisjes, die samen komen in de grote pancreasbuis, afgevoerd naar de twaalfvingerige darm. Vlak voordat de pancreasbuis in de twaalfvingerige darm uitkomt, komt deze samen met de galafvoergang. Per dag wordt ruim een liter pancreassap geproduceerd. In het sap zitten enzymen die eiwitten, vetten en suikers in het voedsel afbreken in zo’n kleine stukjes dat ze via de darmwand in het bloed kunnen worden opgenomen.
- De productie van hormonen om de suikerhuishouding te regelen. Deze hormonen worden geproduceerd in het klierweefsel in de alvleesklier en komen direct in het bloed terecht.
Bij een acute pancreatitis is het weefsel van de alvleesklier ontstoken. Het ontstoken pancreasweefsel kan gaan lekken, waardoor de spijsverteringsenzymen in de alvleesklier terecht komen in plaats van in de dunne darm. De spijsverteringsenzymen werken nu in op het pancreasweefsel zelf, dit raakt ontstoken en raakt beschadigd. De patiënt heeft zeer veel pijn in de buik, is misselijk, moet braken, heeft een versnelde ademhaling en heeft koorts. Karakteristiek voor de pijn is dat de patiënt de neiging heeft om voorovergebogen te gaan zitten met de knieën op de borst. De pijn kan uitstralen naar de rug, linkerzij en linkerschouder.
Een acute pancreatitis verloopt meestal mild en is, na wegnemen van de oorzaak, in enkele weken genezen. Bij 1 op de 5 patiënten ontstaat er echter een ernstige alvleesklierontsteking. De ontsteking is zo ernstig dat een deel van de alvleesklier afsterft (necrose). De patiënt is ernstig ziek, er kan een te lage bloeddruk ontstaan, problemen met de ademhaling en uitval van organen. Dan volgt opname op de Intensive Care.
Behandeling
Op de IC wordt de patiënt behandeld met alle ondersteunende maatregelen die nodig zijn. Ook moet de oorzaak van de ontsteking worden weggenomen.
Bij galstenen wordt na herstel een operatie gepland om de galblaas te verwijderen om te voorkomen dat het nog een keer gebeurt. Vaak wordt dat via een ERCP gedaan, een onderzoek waarbij een slangetje via de mond naar de uitgang van de galgang in de dunne darm wordt gebracht. Daardoor kunnen de galwegen die door de alvleesklier loopt bekeken worden en de daar aanwezige galstenen verwijderd.